Jeugd opleidingsplan
INHOUDSTABEL
INLEIDING
- VISIE
- UITGANGSPUNTEN JEUGOPLEIDING
- VOETBALTECHNISCH BELEID
- SPELERSPROFIELEN
- AFSTEMMEN VAN DE VISIE OP HET EERSTE ELFTAL
- EVALUATIE
- TRAININGEN
7.1. Hoe bouw je een training op
7.2. Hoe kan je de weerstanden aanpassen
7.3. Welke manieren van coachen zijn er
7.4. Algemene aandachtspunten
7.5. Coachingswoorden
7.6. Hoe kom ik aan oefenstof / Huiswerk aan jeugdspelers ?
7.7. Maandplanning
- HET VOETBALONTWIKKELINGSMODEL
- SPELSYSTEMEN
9.1. U6: Systeem en taakomschrijving voor elke positie
9.2. U7-U9: Systeem en taakomschrijving voor elke positie
9.3. U10-U13: Systeem en taakomschrijving voor elke positie
9.4. U15-U17: Systemen taakomschrijving voor elke positie
- ALGEMEEN OVERZICHT LEERPLANDOELSTELLINGEN
- INHOUDELIJKE BEPALING VOLGENS HET ONTWIKKELINGSMODEL
11.1 De ontwikkelingsfase 2 tegen 2: U5 en U6
11.2 De ontwikkelingsfase 5 tegen 5: U7, U8 en U9
11.3 De ontwikkelingsfase 8 tegen 8: U10, U 11, U12 en U13
11.4 De ontwikkelingsfase 11 tegen 11: U15
- OPLEIDINGSPLAN VOOR KEEPERS
13.GEDRAGSCODE
BIJLAGE 1: FAIRPLAY CHARTER
BIJLAGE 2: 10 GEBODEN JEUGDOPLEIDER
BIJLAGE 3: PANATHLON VERKLARING
INLEIDING – VOORWOORD
Hierbij bevindt zich het jeugd opleidingsplan van K.BOLDERBERG FC voor het seizoen 2018-2021.
Dit omvat een leidraad om onze jonge voetballers op te leiden. Waar willen we naar toe op sportief vlak, hoe en wanneer willen we dit bereiken en op welke manier zullen we er op toe zien dat elke trainer dit doet in de voetbalvisie en -filosofie die K.BOLDERBERG FC voor ogen heeft?
Dit omvat een houvast onder de vorm van duidelijke instructies, eenzelfde voetbaltaal doorheen alle categorieën. De doorlichting van VOETBAL VLAANDEREN is echter het ultieme duwtje in de rug dat we nodig hadden om grondig werk te gaan maken van de voetbalopleiding in onze club die in sneltreinvaart in ontwikkeling is. Het is per slot van rekening ook het primaire doel van ons bestaan: kinderen leren voetballen op een leuke (=FUN) maar ook kwalitatief hoogstaande manier (=FORMATION) zonder ze tot "championitis" te dwingen.
Onze jeugdtrainers kwijten zich uitstekend van hun taak, maar dit werkstuk moet er toe bijdragen dat we op een meer gestructureerde manier het sportieve aspect van onze vereniging gaan leiden, begeleiden maar vooral evalueren en opvolgen.
We werken nog steeds met kinderen! Waarmee we willen zeggen dat het zeker voor verbetering en aanpassing vatbaar is en dus open staan voor alle kritiek (positief en negatief) zolang ze maar opbouwend is en een duidelijke toegevoegde waarde heeft.
We willen vragen aan onze trainers om het grondig na te lezen en om het meteen te gebruiken. Tot het einde van dit seizoen zullen we het op regelmatige basis trachten te evalueren. Dit kan zijn tijdens de meer formele momenten zoals een trainersvergadering, maar dit mag uiteraard ook op een informeel moment. Het is natuurlijk onze taak om te zien of jullie verbetervoorstellen passen in het totaal plaatje.
We merken dat vele van onze jonge spelers een elementair gebrek aan basistechniek hebben. Dit wordt zeker en vast een item dat we meer zullen beschrijven en in de jaarplanning zullen opnemen. Het is voor ons een werkpunt waar we meer dan voldoende aandacht aan moeten besteden, omdat dit op termijn zijn meerwaarde zal bewijzen.
Veel succes!
Het jeugdbestuur
- VISIE
- ORGANISATIE VAN DE OPLEIDING
De interne opleiding zal op basis van een jaarplan meegedeeld worden aan alle jeugdtrainers.
Wij staan er ook borg voor dat onze jeugdspelers zo goed mogelijk opgeleid en opgevoed worden.
- RELATIE: VOETBAL EN STUDIE
K.BOLDERBERG FC stelt duidelijk dat studie voorrang heeft op voetbal.
De jeugdtrainers stellen zich op, om voor deze problematiek naar oplossingen te zoeken.
Een goed contact met de ouders is hiervoor dan ook onontbeerlijk, want samen met ouders, leerkrachten en trainers moeten wij proberen om de jongeren een zo goed mogelijke en verantwoorde opvoeding te geven.
- DE JEUGDSPELER KOMT OP DE 1° PLAATS
Elke medewerker van de jeugdopleiding binnen K.BOLDERBERG FC dient het eigen belang ondergeschikt te maken aan de individuele ontwikkeling van elke jeugdspeler en het daaruit voortvloeiende clubbelang.
Laat de speler zelf beslissen, zijn eigen ervaring opdoen, steun hem, help hem en geef hem een positieve coaching.
- DE VORMING VAN DE JEUGDSPELER STAAT CENTRAAL
Het wedstrijdresultaat heeft totaal geen belang en is ondergeschikt aan de opleiding.
Tijdens de wedstrijden de spelers laten spelen, en ze leren dat ze op zelfstandige basis de juiste beslissing nemen.
Het FUN-Aspect is van enorm belang, van spelplezier over trainingsplezier naar competitie plezier.
Aanvallend voetbal brengen, een herkenbare stijl creëren, opbouw van achteruit, hou het eenvoudig... "voetbal is simpel" zijn belangrijke aspecten bij de vorming van de jeugdspeler.
- STREVEN NAAR JUISTE TRAINER PER LEEFTIJDSCATEGORIE
Binnen de jeugdopleiding streven we ernaar om een optimale jeugdopleiding aan te bieden.
Onze voetbaltrainers (begeleiders) zijn de sleutelfiguren in de opleiding van de jeugdspeler. Zij werken conform het jeugdbeleidsplan van K.BOLDERBERG FC met wel de nodige eigen creativiteit.
- DOORSTROMING VAN JEUGDSPELERS
Het is best leuk dat de kameraadjes, de klasgenoten of de vrienden in dezelfde ploeg spelen, maar op een bepaald moment zal de ene speler meer vorderingen maken dan de andere.
In sommige gevallen is het zelfs zo dat het doorschuiven vrij ingrijpend kan zijn, maar dit gebeurt altijd in overleg met de trainer, de jeugdcoördinators en de ouders.
- OPVOLGING VAN JEUGDSPELERS DIE DOORSTROMEN BINNEN DE CLUB
De sportieve jeugdcel engageert zich om de jeugdspelers die doorstromen vanuit de jeugdopleiding naar het A-elftal te blijven volgen en zich open te stellen voor het geven van advies en feedback voor hun verdere ontwikkeling binnen de club. Dit gebeurt vooral via info van de sportieve jeugdcel.
Het is best leuk dat vriendjes in dezelfde ploeg spelen, maar op een bepaald moment zal de ene speler meer vorderingen maken dan de andere.
Wij opteren er dan ook voor om de "betere" spelers door te schuiven naar een groep die op een hoger niveau speelt, zodat iedereen op zijn eigen niveau kan evolueren.
Niets belet echter dat iedere jeugdspeler een opleiding zal kunnen blijven
volgen, perfect volgens zijn capaciteiten.
- RELATIE: TRAINER, OUDER EN SPELER
De sportieve jeugdcel, de jeugdcoordinators zuilen erop toezien dat de relatie tussen trainer, spelers en ouders optimaal verloopt. D.w.z. dat de trainer zijn beslissingen op en naast het veld moeten gerespecteerd worden.
Het is dan ook van uitermate groot belang de kinderen te stimuleren, aan te moedigen en de opdrachten van de trainer in de mate van het mogelijke uit te voeren. Aan de ouders de opdracht om hun zoon/ dochter voor de aanwezigheid op training te stimuleren.
ENKELE TIPS VOOR DE OUDERS:
- Geef uw zoon/ dochter op sportief vlak de steun die hij/ zij nodig heeft, maar ook niet meer dan dat!
- Op tijd in bed zal de sportieve prestatie gunstig beïnvloeden.
- Resultaten zijn niet het belangrijkste, wel het leren voetballen en de gedragingen van uw kind op en buiten het veld.
- BELANGRIJK !!! Steun de jeugdtrainers. Zij weten wat ze doen en zijn uw vertrouwen waard !
- Hou er rekening mee dat de ene speler sneller tot ontwikkeling komt dan de andere. Er zijn genoeg voorbeelden van spelers in eerste klasse die in de jeugdrangen "gewestelijk" gespeeld hebben.
- Moedig alle spelers aan, zonder langs de zijlijn instructies te geven. Dit laatste is het werk van de trainer.
- Blijf positief ten opzichte van de wedstrijdleiding, ook voor de scheidsrechters is jeugdvoetbal een hobby en die man doet zijn uiterste best om alles vlot en eerlijk te laten verlopen ook al maakt hij eens een foutje.
- Aarzel niet om met problemen langs te komen bij onze jeugdcoördinators, trainers of bestuur.
BESLUIT
In de missie, strategie, beleid en doelstellingen van de jeugdwerking van K.BOLDERBERG F.C. worden heel veel elementen die voortvloeien uit bovenstaande argumenten en visie, verder belicht en in detail uitgewerkt.
Om in deze omkadering van de jeugdwerking, zoals weergegeven in bovenstaande tekst een optimale werking te verkrijgen, zal ieder in zijn functie het beste van zichzelf moeten geven.
De vooropgestelde opleidingsvisie is steeds voor verbetering vatbaar en vraagt een permanente bijsturing.
- 2. UITGANGSPUNTEN BINNEN DE JEUGDOPLEIDING
We trachten op een zo hoog mogelijk niveau te spelen en dit volgens een duidelijk spelconcept.
De individuele prestatie en ontwikkeling wordt dus gedurende de gehele opleiding van de jeugdspeler in de gaten gehouden. Dit gebeurt door jeugdtrainer(s) en jeugdcoördinator(en).
De individuele ontwikkeling van de speler loopt samen met de teamprestatie.
Maak de speler niet ondergeschikt aan het collectief. Elke speler heeft zijn individuele kwaliteiten. Geef ze de mogelijkheid om ze te ontwikkelen.
Op regelmatige basis zullen de jeugdcoordinators en de spelers objectief evalueren.
Uiteraard houden we wel rekening met de wensen van de speler en ouders, maar ons beleid is erop gericht om de spelers zo goed mogelijk op te leiden en daar hoort het voetballen tegen de juiste weerstand bij. Een speler die onder zijn niveau speelt, zal zich nooit zo goed ontwikkelen dan wanneer hij/ zij op/ tegen zijn eigen niveau speelt. Dit geldt ook voor de jeugdvoetballer die boven zijn niveau speelt. Vroegrijpe spelers kunnen eventueel aantreden in een categorie hoger.
Mocht een (vroegrijpe) speler tijdens het seizoen extra vooruitgang maken, dan is er de mogelijkheid om deze speler in een hoger team te laten spelen.
Dit kan op twee manieren:
- Volledig doorschuiven: traint en speelt een leeftijdscategorie hoger
- Onvolledig doorschuiven: traint éénmaal per week met een leeftijdscategorie hoger
Dit alles in nauw overleg met de coördinatoren en ouders.
Het individueel talent kan eventueel met extra techniektraining worden versterkt. Leeftijd is hier niet bepalend, wel zijn psychische en lichamelijke eigenschappen.
De jeugdtraining moet in de eerste plaats gebaseerd zijn op techniek, vooral in beweging en later onder weerstand (van tegenspelers). De techniektraining moet bij de (prestatiegerichte) teams als een rode draad door de totale jeugdopleiding lopen.
Conditie, tactiek en techniek zijn voor alle spelers onontbeerlijke elementen.
Looptechniek en coördinatie is een noodzaak bij de opleiding van de jeugdspeler. Deze start bij de eerstejaars duivel en wordt intensiever bij de preminiemen, miniemen en kadetten.
Het wedstrijdresultaat mag niet ten koste van de prestatie en de doelstellingen van onze jeugdopleiding zijn. We proberen te winnen met positieve voetbalideeën en de mogelijkheden van de spelers en het team.
De speler blijft centraal staan. De jeugdspeler moet voldoende speelgelegenheid krijgen ongeacht niveau of leeftijd.
Een bijzonder aandachtspunt is de speelgelegenheid voor veldspelers en jeugdkeepers.
Algemeen:
Deelname aan wedstrijden is geen recht voortkomend uit het betalen van lidgeld maar wel een beloning voor de inzet, gedrag op trainingen. Elke jeugdspeler die voldoet aan deze voorwaarden speelt minstens de helft van de officiële wedstrijdminuten over een volledig seizoen gespreid, behoudens blessures, schorsingen of afwezigheden.
Specifieke regels aangaande spelgelegenheid voor jeugdkeepers:
- U6-U9: Indien geen vaste keepers, beurtelings een andere speler in doel. Zijn er meerdere keepers, dan krijgt ieder evenveel speelminuten. De andere keepers wordt ingepast als veldspelers.
- U10-U15: Keepers worden net als veldspeler op identieke wijze ingedeeld op het einde van de voorbereiding. Ingeval van meerdere keepers per team op gelijk niveau,
krijgen zij evenveel speelminuten. Met de keepers worden in het begin van het seizoen duidelijke afspraken gemaakt over een beurtrol. ledereen wie op een gelijk niveau speelt, krijgt evenveel speelkansen.
Dit alles gebeurt in nauw overleg tussen trainers, TVJO en keeperstrainer.
- VOETBALTECHNISCH BELEID
De uitgangssituatie voor het voetbal is het zonevoetbal 4-3-3 systeem.
Achteraan opteren we voor een lijnverdediging zonder libero. Al vanaf de duivels/preminiemen moet er gestreefd worden naar aanvallend voetbal.
Vooruit verdedigen
Na balverlies moeten spelers niet direct terug gaan lopen, maar vooruit gaan verdedigen. Het is niet altijd belangrijk de bal direct te heroveren, maar om de dieptepass er bij de tegenstander uit te krijgen. Bij een breedtepass en het terugspelen van de bal door de tegenstander kan je eigen team weer in de organisatie komen. Dus na balverlies direct druk op de bal zetten.
Opbouw van achteruit
Lange ballen van achteruit zijn in eerste instantie uit den boze. Het team moet van achteruit beter gaan opbouwen door middel van goed positiespel. Dus moet ervoor gezorgd worden dat er ook beweging zonder de bal is.
Vleugelspel
Daar er met drie aanvallers (vanaf U12- miniemen) gespeeld wordt, moeten we proberen zoveel mogelijk via de vleugels te spelen. Daar ligt de meeste ruimte om acties te maken en om kansen te creëren. Dus altijd zorgen voor bezetting van de buitenkanten.
Bij de U6 (5 jarigen - debutantjes) ligt de nadruk op een brede motorische vorming. Niet alleen het voetballen is belangrijk. Ze krijgen een aangepast programma voor deze leeftijd en spelen
hun wedstrijdjes in een 2 vs 2 situatie.
Bij de U7 - U8 - U9, (6 - 8 jaar = duiveltjes) ligt de nadruk op initiatie in het voetbal. Coördinatie, ruimtelijk besef, snelheid, lenigheid, balgewenning en basistechnieken krijgen ruim de aandacht.
Bij de U10 - U 11 , (8 - 10 jaar = preminiemen) is motorisch een goede leerleeftijd om de techniek te optimaliseren: veel balwerk, ontwikkeling van panoramische visie en combinatievormen vormen
hier de hoofdzaak.
Bij de U12 - U13, (10 - 12 jaar = miniemen) worden de verschillende onderdelen van het voetbal al meer uitgediept: veel aandacht voor Coervertechnieken, maandelijks een specifieke looptraining,
werken op snelheid, uitbouwen van de technische mogelijkheden (gouden leerleeftijd) en concrete grondbeginselen van de tactiek. Ook hier wordt zeer frequent een rotatiesysteem op training toegepast.
Bij de U14 - U15, (12 - 14 jaar = kadetten) begint de puberteit parten te spelen. Vanaf deze leeftijd beginnen we te trainen op uithouding en worden de reeds aangeleerde technieken verder
uitgebouwd.
Tactische elementen worden gaandeweg ook belangrijker.
Wij leggen bij onze trainers de nadruk om creatief met de spelers bezig te zijn:
het klassement is voor ons van secundair belang.
Primordiaal staat bij ons de vorming van goed onderlegde en wel opgevoede, sportieve voetballers!
Iedere jeugdploeg traint min 2 x per week, eveneens zijn er (voor bepaalde groepen) bijkomende trainingen (techniektraining) die vooral de coördinatie - en technische bagage van de jeugdspeler moet aanscherpen.
K.BOLDERBERG FC start vanaf dit seizoen met techniektrainingen voor jeugdspelers van U8 tot en met U13. Dit is een extra leermoment voor degenen die "willen".
Deze techniektrainingen hebben als doel de spelers individueel beter te maken en bewegingen aan te leren die ze functioneel toepassen in de wedstrijden.
Baas worden over de bal en de tegenstander om zo het verschil te maken.
Thema's:
- Balvaardigheden
- Coerverbewegingen met individuele bijsturing
- Cogitraining vooral gegeven in kruisvorm
Deze trainingen worden gegeven door Yannick Fabbro
De techniektrainingen gaan door in de sporthal van Bolderberg op zondag namiddag in kleine groepjes.
Meer info vind je op onze site onder het item de jeugdteams.
- SPELERSPROFIELEN
Onderbouw:
Kenmerken
- speels en snel afgeleid, veel bewegingsdrang
- kan zich niet lang concentreren
- weinig balgevoel: daar waar de bal is, daar zijn de spelers
Kenmerken voor K.BOLDERBERG FC :
- Moet zin hebben tot leergierigheid
- Zekere zin voor concentratie
- Technisch gevoel voor bal hebben
- Sociaal goed in de omgang
- Vinnig zijn en graag voetballen en trainen
Doelstelling: Trainen op technische capaciteiten met vanaf de u8 oog hebben op medemaat. Fun moet er in elke training zijn. Motorische vaardigheden ontwikkelen en ze aanmoedigen om te DURVEN. Discipline en beleefdheid zeker bijbrengen. Laat ze ook gissen en trissen en zichzelf ontdekken.
Middenbouw:
Kenmerken:
- Kinderen bevinden zich in de gouden leeftijd voor het aanleren van technieken :
zeer leergierig.
- Zijn nog vlug afgeleid maar tonen wel veel belangstelling voor het spel.
- Spelinzicht en technische vaardigheid moeten worden ontwikkeld door middel van
het spelen van vereenvoudigde voetbalsituaties.
Kenmerken voor K.BOLDERBERG FC :
- Moet zin hebben tot leergierigheid
- Zekere zin voor concentratie
- Technisch gevoel voor bal hebben
- Sociaal goed in de omgang
- Vinnig zijn en graag voetballen en trainen
- Technieken kunnen gebruiken in beweging
- Het goed kunnen begrijpen van het samenspel
- Spelen in eenvoudige wedstrijdvormen en daarin het spel kunnen lezen.
- Over winnaarsmentaliteit beschikken
Doelstelling: Leren van het samenspelen met medematen. Technische capaciteiten
nu leren gebruiken in snelheid van uitvoering en in opende beweging. Zich langzaam kunnen specialiseren naar twee posities.
Bovenbouw:
Kenmerken:
- De lichamelijke en geestelijke veranderingen binnen deze leeftijdscategorie zorgen voor een specifieke aanpak
- Deze leeftijdscategorie moet met de nodige omzichtigheid aangepakt worden
- Motorische ontwikkeling kan tijdelijk een probleem vormen
- Eigenzinnigheid kan de kop op steken
- Komen in aanraking met andere dingen des levens
Kenmerken voor K.BOLDERBERG FC :
- Moet zin hebben tot leergierigheid
- Zekere zin voor concentratie
- Technisch gevoel voor bal hebben
- Sociaal goed in de omgang
- Vinnig zijn en graag voetballen en trainen
- Technieken kunnen gebruiken in beweging
- Het goed kunnen begrijpen van het samenspel
- Spelen in eenvoudige wedstrijdvormen en daarin het spel kunnen lezen.
- Over winnaarsmentaliteit beschikken
- Bereidheid in team te spelen
- Voorbeeldige mentaliteit beschikken (strijdlustig )
Doelstelling: Belangrijk is het leren spelen in een 1-4-3-3 formatie, het aanleren van de algemene tactische principes en de buitenspelregel. Tevens het aanleren van het begrip 'zonevoetbal' en het beheersen van verschillende posities binnen het elftal zowel bij balbezit als balverlies. De individuele tactiek uitbreiden, meer inzicht brengen in de belangrijkste taken van linies en posities zowel bij balbezit als balverlies. In deze leeftijdsfase gaat het om het verder ontwikkelen van het
inzicht gekoppeld aan de communicatie.
- AFSTEMMEN VAN DE VOETBALVISIE OP HET EERSTE ELFTAL
Profiel van de hoofdtrainer:
De sportieve cel zal een hoofdtrainer aanstellen welke de visie van de club volgt.
Concreet betekent dit:
- spelen in zonevoetbal volgens het 1-4-3-3 spelsysteem
- bouwen aan een team dat bestaat uit zoveel mogelijk eigen opgeleide spelers
- sterkere jeugdspeler laten doorstromen en kansen geven tijdens hun laatste opleidingsjaren
- de visie van de hoofdtrainer stemt in grote lijnen overeen met de visie van
de club
Speelstijl en spelsysteem van 1ste elftal
Binnen de KBVB wordt algemeen gestreefd naar zonevoetbal in een 1-4-3-3 spelsysteem. Wij leiden ons spelers binnen de jeugdopleiding op volgens dit spelsysteem.
Logischer wijze wordt dit spelsysteem ook vooropgesteld binnen het eerste elftal.
Eigen opgeleide spelers kunnen op deze manier het vlotst integreren.
De club kiest voor een eerste elftal dat tracht attractief en aanvallend voetbal te brengen. Boven alles primeert echter het "gezond" blijven van de club. De sportieve cel mag niet blindelings ingaan op de financiële eisen van spelbepalende spelers. Wij verkiezen evenwaardige eigen opgeleide jeugdspelers boven getransfereerde spelers zonder duidelijke meerwaarde.
Wij mogen niet blind zijn voor tekorten binnen het beschikbare spelerspotentieel.
Het eerste elftal valt en staat met resultaten. Afhankelijk van de speelwijze van de tegenstander zal het spelsysteem zo nodig aangepast worden tenzij ons geheel zo sterk is dat de tegenstander zich zal aanpassen aan ons.
- EVALUATIES
Iedere jeugdspeler wordt 1x per Jaar geëvalueerd door de trainers en de jeugd coördinator. Er wordt gekeken naar de technische, tactische, fysieke en mentale kwaliteiten.
Ook worden zo nodig de afwezigheden (al of niet met redenen) besproken.
Bijleren kan enkel en alleen door aanwezig te zijn op de leermomenten.
Deze evaluatie wordt met de speler en/of ouder besproken. Het is een leermoment
in de opleiding zodat de speler weet wat zijn/ haar verbeterenpunten zijn.
- TRAININGEN
7.1.Hoe bouw je een training op ?
Enkele afspraken
Iedere training wordt zoveel mogelijk volgens de "MIM" methode (= wedstrijdvormen) opgebouwd!
Het middel om het doel te helpen verwezenlijken. Dat wil dus zeggen dat we uitgaan van reële wedstrijdsituaties (matchforms (M) afgewisseld met vereenvoudigde oefeningen (Intermediate forms (I) die de MIM-methode vormen).
Deze laatste is als volgt opgebouwd: opwarming - wedstrijdvorm – tussenvorm - wedstrijdvorm, enz... - cooling down
Om het leerproces tijdens een training te verbeteren is het verstandig een
training goed op te bouwen. Dat vergt voorbereiding.
- Eerst moet gekeken worden naar de groep : wie train je, hoe oud zijn de spelers, welk niveau halen ze ?
- Voor de training wordt een doelstelling bepaald, eventueel vanuit een concreet probleem dat je vaststelt tijdens een wedstrijd. Die doelstelling kan ook passen binnen een opleidingsschema op langere termijn. Er wordt oefenstof gezocht die ervoor kan zorgen dat de doelstelling kan worden gehaald. Aarzel niet om daarvoor de jeugdcoördinator of een
collega-trainer aan te spreken.
- Dan wordt de training uitgevoerd, met het accent van de coaching op de doelstelling.
- Na de training controleert en evalueert de trainer de oefeningen.
Om een training werkbaar te maken, wordt ze opgedeeld in een aantal fasen rekening houdend met de afspraken:
- De opwarming hoeft geen professionele opwarming te zijn met warmlopen, stretchen, enzovoort. Bij duiveltjes is het belangrijker dat de spelers eerst even uitrazen om vervolgens geconcentreerd en gemotiveerd aan de training te beginnen. Vaak zijn ze al heel actief bezig geweest voor de training begint. Spelletjes als tikkertje zijn daarvoor goed te gebruiken, maar natuurlijk kan het
geen kwaad als de bal er ook al bij wordt gebruikt (duur 5-10 minuten)! Je kan er ook voor kiezen om van een aantal opwarmingsoefeningen een vast stramien te maken dat aan het begin van elke training weer tevoorschijn komt. Zo kunnen de spelers die opwarming na verloop van tijd met minimale begeleiding goed uitvoeren.
- In de oriëntatiefase wordt een eerste aanzet gegeven voor de doelstelling van de training : relatief lichte oefenstof, waar meestal op technische aspecten gewezen kan worden : passeren per paar, slalom binnenkant voet - beide voeten gebruiken,.... (10-15 min.).
- In de kern van de training worden 1 of 2 belangrijke oefeningen voorzien die nauw aansluiten bij de doelstelling van de training. De oefeningen in de oriëntatiefase kunnen daartoe ook al een aanzet geven. Meestal worden in deze fase afwerkvormen, positiespelen of kleine wedstrijdjes gebruikt (20-25 min.).
- Bij de toepassingsfase moet het geleerde in de praktijk worden toegepast:
meestal wordt er dan gekozen voor een wedstrijdje. De regels kunnen aangepast worden, zodat er extra nadruk op de doelstelling kan worden gelegd : bv. Een wedstrijdje zonder doelen, waarbij een punt gescoord wordt wanneer de bal een bepaald aantal keer achtereenvolgens door spelers van dezelfde ploeg wordt aangeraakt. Daarmee wordt geoefend op balbezit (15-20 min.).
- Tijdens de afsluiting praat de trainer met zijn spelers. Hij wijst op elementen die niet echt goed gingen, geeft complimentjes over de inzet en informatie over de volgende training of wedstrijd. Hij kan ook controleren of zijn spelers iets hebben geleerd. Vervolgens helpen de spelers om het materiaal mee op te ruimen. (5 min.)
- Eenmaal klaar met trainen gaat de trainer voor zichzelf na welke oefeningen wel of niet goed liepen en waar dat aan lag. Dit is controle- & evaluatiefase.
7.2. Hoe kan je de weerstanden aanpassen ?
Er zijn een aantal weerstanden die het moeilijker kunnen maken om te
voetballen.
- de bal • aantal medespelers
- aantal tegenstanders • tijd
- ruimte • doelgerichtheid
- spelregels • spanning, druk
De trainer kan elk van die elementen gebruiken om een oefening makkelijker of moeilijker te maken. Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat een duiveltje(U6-U9) de oefenstof van een miniem (U12-U13) niet zonder meer aankan. Maar wellicht kan hij wel de essentie van de oefening meepikken, mits de oefening daaraan wordt aangepast.
Een oefening makkelijker maken door:
- grotere ruimte; • meer medespelers en minder tegenstanders;
- meer tijd; • spelregels vereenvoudigen.
Een oefening moeilijker maken:
- meer tegenstanders en minder medespelers;
- de spanning verhogen ("winnende goal"/ "de speler die de bal nu niet goed past ruimt op");
- minder ruimte geven (daardoor moeten ze sneller denken en handelen =moeilijker);
- de regels moeilijker maken, bijvoorbeeld maximaal 3 keer raken, of alleen in één tijd scoren.
Als de trainer bijvoorbeeld tijdens de wedstrijd op het einde van de training (8:8) merkt dat de spelers niet toekomen aan een individuele actie, dan kan hij:
- het veld groter maken, zodat het makkelijker wordt om een actie te maken (man uitschakelen);
- twee wedstrijden van 4:4, respectievelijk 3:3 voorzien, waardoor iedereen veel meer ruimte heeft om een actie te kunnen maken;
- meer ballen in de wedstrijd brengen.
7.3. Welke manieren van coachen zijn er ?
- Het belangrijkste bij de coaching tijdens wedstrijden en trainingen is dat de speler begrijpt wat de trainer bedoelt en wat hij wil.
- Het is belangrijk dat de woordkeuze ook aansluit bij de leefwereld van de speler. Gebruik daarom geen te moeilijke technische termen vooraleer ze worden uitgelegd en ingeoefend.
- Belangrijk is dat de spelers weten waarom ze tijdens de trainingen bepaalde oefeningen moeten doen. Toon hoe de oefeningen kunnen toegepast worden.
Op die manier krijgen de oefeningen zin voor de spelers.
- Zorg ervoor dat de spelers intensief bij de training worden betrokken. Het probleem dat de trainer heeft gezien, is immers ook het probleem van de speler of de ploeg! Laat de spelers daarom zelf nadenken. Stel vragen. Laat de spelers zelf oplossingen verzinnen.
- Leg een partij- of positiespel indien nodig stil, om vervolgens te vragen wat er fout ging of wat er beter kon. Geef aanwijzingen, maar laat de spelers het zelf ontdekken: daar leren ze het meeste van ! (STOP moment)
Er zijn verschillende manieren om aanwijzingen aan spelers te geven :
Collectief:
betekent dat het hele team wordt aangesproken. Iedereen kijkt en denkt mee. Misschien richt de trainer zich wel tot 1 speler, maar ook de rest wordt bij de vraag betrokken.
Voorbeeld: de uitleg voor een oefening of het stilleggen van een oefenwedstrijd om tips te geven.
Individueel:
betekent dat er aanwijzingen aan 1 speler worden gegeven.
Misschien neemt een speler de bal altijd verkeerd aan, terwijl de rest van de ploeg het wel goed doet. Dan besteedt de trainer even extra aandacht aan die ene speler.
Situatief:
In een voetbalsituatie. Het beste voorbeeld ervan is, wanneer de trainer tijdens een trainingswedstrijd of positiespel iets ziet en het spel stillegt. Aan de hand van de posities van de spelers kan hij dan uitleggen of vragen aan de spelers wat er mis ging en hoe het beter kon. Spelers
herkennen dan de situatie en zuilen de volgende keer op een betere manier handelen.
Begeleidend:
Een trainer geeft aanwijzingen tijdens het spel: Wannes loop mee ! –Pas, Kobe ! - probeer maar eens een man uit te schakelen Wouter! -.... Het nadeel ervan is dat de speler wel doet wat hem wordt gevraagd, maar dat hij niet altijd weet waarom hij het moet doen. Toch kan deze manier van coachen op bepaalde momenten de voorkeur hebben boven het situatieve coachen. Tijdens officiële wedstrijden kan het spel immers niet worden stilgelegd.
Wanneer welke manier van coachen gebruikt moet worden, ligt aan de situatie en aan het voetbalprobleem dat je wilt verbeteren. Elke soort van coaching komt elke training wel vaak voor, meestal gecombineerd. Situatieve coaching voor de groep is op die manier meestal collectief.
Tijdens het coachen van een wedstrijd moet een trainer zich verstaanbaar kunnen maken. Dit is niet altijd evident. Jonge spelers zijn snel afgeleid en bevinden zich tijdens de wedstrijd in een stresserende situatie. Het geroep van de andere spelers en van de supporters maakt het er niet beter op.
- Niet alle trainers beschikken over een stem die ver reikt. Daarom zal een trainer, om zich verstaanbaar te maken, er vaak voor moeten kiezen om zijn stem te verheffen.
- Het is belangrijk dat een trainer weet dat kinderen "roepen" vaak associëren met een boze volwassene. Aarzel daarom niet om de spelers voor en eventueel opnieuw na de wedstrijd eraan te herinneren dat je niet kwaad bent wanneer je roept.
- De keuze van een goede positie kan ook helpen. De trainer kiest er dan voor om zich zo te plaatsen dat hij met het gezicht naar het veld de wind in de rug heeft. De wind helpt hem dan om zijn stem verder te laten dragen.
7.4. Enkele algemene aandachtspunten.
- Wat de trainer uitlegt, ondersteunt hij best met een voorbeeld. Hij kan een oefening ook (laten) voordoen. Spelers leren meer van wat ze zien dan van wat hen wordt verteld. Leg een oefening kort uit, toon ze vervolgens en laat de spelers zo snel mogelijk starten. Als de oefening eenmaal goed loopt en de spelers vatten de bedoeling, kan de trainer starten met het geven van
aanwijzingen.
- Bij de uitleg is het belangrijk dat de trainer "op het niveau van de spelers" acteert, zowel qua taalgebruik (ze moeten begrijpen wat hij vertelt) als letterlijk: de hoogte. Als spelers steeds omhoog moeten kijken, zal de concentratie eerder afnemen. Een trainer moet er dus geen schrik van hebben om op zich, zeker bij de jongste categorieën, op zijn hurken bij zijn spelers te zetten.
- De trainer zorgt ervoor dat hij zich tijdens de uitleg zo plaatst dat de zon niet in de ogen van de spelertjes schijnt en/of dat er zich achter zijn rug geen grote groep mensen bevindt. Alle hulpmiddelen worden aangewend om de aandacht van de spelers te krijgen en te houden.
- Vaak vinden spelertjes een spelletje nog leuker als er punten te winnen zijn:
het maakt het spel spannender en motiveert ze meer om goed hun best te doen.
Het kan helpen om de concentratie van een groep voor een oefening beter te
maken. Vergeet als trainer nochtans ook niet om na de training er even over na
te denken of die oefening wel geschikt was!
7.5. Coachingswoorden
- Balbezit
Individueel
|
Collectief
|
Alleen
|
De speler staat zodanig vrij dal hij zelf
kan beslissen hoe hij verder kan spelen
|
Open
|
De spelers dienen ruimte te creëren
door de onderlinge afstanden zo groot
mogelijk te maken
|
Los
|
De speler dient de bal niet meer aanraken zodanig dat de keeper de bal zelf kan spelen
|
Vooruit
|
Als de bal in de diepte wordt gespeeld,
dient de verdediging naar voor te
schuiven en naar de bal (steunen)
bevel door doelman of centrale
verdediger
|
Weg
|
De betrokken speler dient de bal
onmiddellijk te ontzetten
|
|
|
Geef
|
De betrokken speller dient de bal te
spelen naar diegene die roept
|
|
|
Rug
|
De betrokken speler moet opletten want er komt iemand in de rug
|
|
|
Verander
|
De betrokken speler dient liet spel te
verleggen naar de andere zijde
|
|
|
Aanbieden
|
De betrokken speler is voor de bal en
dient zich aan te bieden
|
|
|
Steunen
|
De betrokken speler moet achter de
medespeler komen zeker wanneer deze in moeilijkheden komt
|
|
|
Zakken
|
De betrokken speler dient de tank van een inschuivende speler over te nemen
|
|
|
Houden
|
De betrokken speler moet de bal
bijhouden en wachten op steun
|
|
|
Actie
|
De betrokken speler dient een individuele actie naar het doel te maken
|
|
|
Ga door
|
De betrokken speler wordt aangemoedigd zijn actie verder te zetten
|
|
|
Diep
|
De betrokken speler wordt aangemoedigd diep te spelen
|
|
|
Voet
|
De betrokken speler moet de bal in de voet spelen van vragende medespeler
|
|
|
Één twee
|
De betrokken speler wordt aangemoedigd om een 1/2 beweging aan te gaan.
|
|
|
- Balverlies
Individueel
|
Collectief
|
Los
|
De speler mag de bal niet meer aanraken
zodanig dat de keeper de bal zelf kan
spelen
|
Zakken
|
De ploeg of linie moet zich lager
opstellen
|
Pres
|
De dichtstbij zijnde speler valt de
balbezitter aan
|
Schuiven
|
Alle spelers Dienen in blok naar de bal
te schuiven
|
Zakken
|
De betrokken speler dient te zakken langs
de kant waar de bal niet is om de nodige
dekking te geven
|
Sluiten
|
De ploeg dient de onderlinge afstanden
in het blok te verkleinen
|
Korter
|
De betrokken speler moet de afstand tot
de tegenstrever in zijn zone verkleinen (2
meter max.)
|
Positie
|
Iedere speler dient onmiddellijk in
positie te komen
|
Dekking
|
De betrokken speler dient de medespeler,
betrokken in een duel, dekking te geven
|
Pressen
|
De dichtstbijzijnde speler zet
balbezitter onder druk, de anderen
sluiten alle speelhoeken af.
|
*Ook de keeper gebruikt dezelfde woorden, maar leert er nog een aantal bij, die hij op een dwingende manier gebruikt voor de organisatie van zijn verdediging:
- 1ste paal- 2de paal
- Niet happen
- Haal schot eruit
- Draai open
7.6. Hoe kom ik aan oefenstof/ Geef je huiswerk mee aan jeugdspelers?
Hoe oefenstof gebruiken:
Trainers die graag oefenstof willen hebben, moeten eerst bepalen wat ze willen trainen. Vervolgens moet worden bedacht in welke fase van de training de stof moet passen. Vervolgens kan de stof worden aangepast aan het niveau en het aantal spelers. Óverleg eens met je collega-trainers: welke oefeningen vinden zij geslaagd en waarom?
Waar vindt u oefenstof:
Op het internet vinden voetbaltrainers interessant oefenmateriaal op diverse sites (www.trainingscenter.be, www.homeware.be,...)
Bedenk zelf een oefening en leg ze eens voor aan collega-trainers met meer
ervaring of aan de jeugdcoördinators
Huiswerk meegeven voor jonge spelers:
Algemeen:
Voetbal mag dan een collectieve sport zijn, de waarde van het collectief presteren zal altijd bepaald worden door de individuele kwaliteiten van elke speler afzonderlijk.
Technische betere spelers opleiden, gekoppeld aan meer spelvreugde en meer spelplezier, moet de ambitie zijn van elke trainer. Dit kan enkel met voldoende trainingsuren en door meer met de bal bezig te zijn.
Kinderen in de gouden leeftijd willen LEREN. Kinderen willen de technische vaardigheden van hun idolen nabootsen.
Jeugdspelers moeten we aanmoedigen om THUIS extra met de bal te oefenen en te spelen.
Om de algemene vaardigheden en specifieke balvaardigheden te optimaliseren, moeten kinderen van op een zeer jonge leeftijd dagelijks bewegen, spelen en voetballen thuis en in de club.
Veelal hebben wij als trainer te weinig trainingsuren. Vandaar dat vele technische vaardigheden INDIVIDUEEL THUIS geoefend kunnen en moeten worden.
INDIVIDUEEL TECHNIEK TRAINEN THUIS IS DE BOODSCHAP NAAR ONZE
JEUGD
7.7. Maandplanningen(U6-U9)
Elke maand wordt er bij de onderbouw gewerkt rond een centraal thema. Deze wordt opgemaakt door de jeugdcoördinator en is bij het begin van het seizoen kenbaar gemaakt aan de trainers.
De gradatie en de moeilijkheidsgraad van de oefeningen voor het centrale thema worden mee bepaald door:
- De leeftijd en categorie waarin de speler aantreedt.
- De technische verworvenheden van de spelersgroep
- De progressie die de spelers maken
- De juiste demonstratie en ontleding van de techniek
- Het veelvuldig herhalen en inoefenen van de oefenstof.
- HET VOETBALONTWIKKELINGSMODEL
Technisch-tactische ontwikkelingsdoelen
Mentale ontwikkelingsdoelen
Fysieke ontwikkelingsdoelen (Afhankelijk van de biologische leeftijd)
- SPELSYSTEMEN
9.1 Debutantjes U6: Ik en de bal (exploratie)
* 2 tegen 2: het duel (18m op 12m)
U6 -> fun = al spelende leren
U6 -> ik en de bal = 1 tegen 1
U6 -> zelfontdekkend = "laat ze maar doen"
U6 -> spontaan leren (geen richtlijnen van coach)
9.2. Duiveltjes U7-U9: Systeem en taakomschrijving posities
* 5 tegen 5 : enkele ruit (35m op 25m)
Positie 1 (keeper)
- Proberen aanspeelbaar te zijn
- Meevoetballen, doorschuiven - vliegende keeper
Positie 7 en 11 (linker- /rechtervleugels)
- Sta open langs de zijlijn met de rug naar de zijlijn
- Zorg dat 9 de bal kan terugspelen.
- Tracht voor doel te komen als de bal van de andere flank komt
- Wees aanspeelbaar als de keeper de bal heeft
- Als je kan, mag je een actie maken
Positie 10 (staart)
- Aanspeelbaar zijn als de keeper de bal heeft.
- De pas terug mogelijk maken voor andere spelers.
- Eerst diep spelen en dan breed.
- Inschuiven
Positie 9 (piloot)
- Probeer goed diep te blijven, maak ruimte voor je medespeler.
- Komt niet te snel naar de bal.
- Je kunt de bal aannemen, dribbelen, kaatsen op de bal
Mentale en sociale vorming:
- De speler moet respect hebben voor de begeleiders (hand geven voor en na de training of wedstrijd), ploeggenoten, tegenstrever en scheidsrechter.
- Beseffen dat voetballen een teamsport is; dus winnen of verliezen doen we samen.
- Leren dat er hard gewerkt (getraind) moet worden om een goede prestatie te kunnen leveren.
- Wisselbeurten horen erbij; iedereen wil graag voetballen.
- Zorg dragen voor het materiaal en mee opruimen na een training.
- Tijdig aanwezig zijn.
- Kleedkamers netjes houden.
- Om de concentratie te behouden, moeten de trainingsonderdelen kort en voldoende afwisselend zijn.
- Een plaatje zegt meer dan een praatje, m.a.w. geef als jeugdtrainer steeds het goede voorbeeld (bv. demo geven op training, niet roepen tegen de scheidsrechter). De speler zal de jeugdtrainer nabootsen.
- Praat in de taal van het kind en maak je even groot ( hurkzit) tijdens de uitleg; zo hou je de aandacht van de speler.
9.3. Preminiemen en miniemen:U10-U11-U12-U13: Systeem en taakomschrijving posities
8 tegen 8: dubbele ruit (fase 1: 50m op 35m - fase 2 : 60m op 45m)
Positie 1 (keeper)
Balbezit
- positie kiezen t.o.v. verdedigers - doelpunten voorkomen
- voortzetten d.m.v. rollen, werpen passen of trappen
- fungeren als 'centrale opbouwer' (vliegende keeper)
Balverlies
- doelpunten voorkomen
- positie kiezen t.o.v. verdedigers - tegenstanders en medespelers
Positie 2 en 5 (vleugelverdedigers)
Balbezit
- positie kiezen (uit elkaar, breed maken van veld)
- aanspelen van middenvelder en aanvaller
- wanneer er ruimte is, zelf met de bal naar voren dribbelen/ drijven
Balverlies
- ‘niet laten uitspelen', voorkomen van doelpunten
- dekken van de aanvallers tegenpartij
- teammaatjes helpen
- bal afpakken
Positie 4 {centrale verdediger)
Balbezit
- positie kiezen (tussen middenvelder en vleugelverdediger)
- aanspelen van de aanvallers of verdedigers die meedoen in de aanval
- wanneer er ruimte is, zelf met de bal naar voren dribbelen /drijven
- meedoen met de aanval
- doelpogingen indien de gelegenheid zich voordoet
Balverlies
- ‘niet laten uitspelen' , voorkomen van doelpunten
- dekken centrale aanvaller
- teammaatjes helpen
- veld klein maken
Positie 10 {centrale middenvelder)
Balbezit
- positie kiezen (aanspeelbaar opstellen t.o.v. balbezitter)
- spel verleggen en zorgen voor een snelle omschakeling naar voor toe
- aanspelen van aanvallers of verdedigers die meedoen in de aanval
- wanneer er ruimte is zelf met de bal naar voren dribbelen/drijven
- meedoen met de aanval
- doelpogingen indien de gelegenheid zich voordoet
Balverlies
- ‘niet laten uitspelen'
- rugdekking bij balverlies
- veld klein maken
- bal afpakken
Positie 7 en 11 (vleugelaanvallers)
Balbezit
- positie kiezen t.o.v. verdedigers (veld lang maken)
- met de bal zo snel mogelijk richting doel: alleen of vrije ploegmaat aanspelen
- zelf voor doel positie kiezen (aanspeelbaar zijn om - bal afpakken te scoren)
- doelpogingen
Balverlies
- 'niet laten uitspelen'
- storen van de opbouw van de tegenstander
- veld klein maken
- teammaatjes helpen
Positie 9 (centrale aanvallers)
Balbezit
- zo diep mogelijk positie kiezen (veld zo lang mogelijk maken zodat je nog met een pass bereikbaar bent)
- vrije ploegmaat aanspelen
- zelf voor doel positie kiezen (aanspeelbaar zijn om te scoren)
- doelpogingen (individuele acties of via combinaties)
Balverlies
- 'niet laten uitspelen'
- storen van de opbouw van de tegenstander
- dekken van centrale verdediger
- bal afpakken
- teammaatjes helpen
- veld klein maken
Mentale en sociale vorming:
- Wil zich meten met anderen
- Kan in teamverband een doel nastreven
- Is kritisch tegenover eigen prestatie en die van anderen
- Leren coachen van medespelers
- Weten dat je een verplichting hebt naar je team voor wat betreft trainen,
spelen en het nakomen van regels
- Weten dat wisselbeurten ook kunnen afhangen van de trainingsopkomst,
inzet en van de wedstrijdinstelling en –beleving
- Beoordelingsvermogen stijgt
- Heeft een eigen mening
- Geldingsdrang neemt toe
- Willen winnen stimuleren maar niet het belangrijkste maken
- Leren dat er strenger wordt toegezien op discipline
- Door de puberteit, verandering van school en lichamelijke verandering
duiken er wel eens andere interesses op
9.4. Kadetten en scholieren U15-U17: Systeem en taakomschrijving posities
11 tegen 11:1-4-3-3 (100m op 60m)
Basistaken bij balbezit: Volledige ploeg 11 <> 11
- Het positiespel is cruciaal: de speelruimte wordt zo breed en zo diep mogelijk gehouden richting doel en men streeft ideale pasafstanden binnen het driehoekspel na.
- Men houdt goed zijn eigen zone en stelt zich nooit op een lijn met spelers van dezelfde linie en zone op: men streeft naar een ideale veldbezetting om het driehoekspel mogelijk te maken.
- Er wordt afwisselend kort/ lang gespeeld (gevarieerd combinatiespel) waarbij snel diepte wordt gezocht en het breedtespel slechts i.f.v. het dieptespel is.
- Bij een inschuivende medespeler denkt men ook in functie van mogelijk balverlies en wordt zijn taak door een naburige speler overgenomen door rugdekking te geven (geen positiewissel).
- Wanneer de mogelijkheid zich voordoet, trachten aan te vallen doorheen centrum: door een goede dieptepass worden meerdere tegenstrevers uitgeschakeld en kan men een medespeler alleen voor doel of in schietpositie afzonderen
- Als het centrum echter vastzit, wordt er aangevallen langs de flank met zorg voor een strakke voorzet naar spelers voor doel.
- Men streeft naar een efficiënte bezetting van de waarheidszone: de centrumspits duikt op het gepast moment in naar de eerste paal, de andere spits kiest positie tweede paal en de aanvallende middenvelder stelt zich op ter hoogte van de 16-lijn.
- Bij een werkelijke doelkans aarzelt men niet om naar doel te trappen/koppen.
- Meerderheidssituaties worden gecreëerd door in te schuiven naar de volgende linie, door individuele acties en 1-2 bewegingen.
- Meerderheidssituaties worden uitgebuit om kansen te creëren en doelpunten te maken door een goede bezetting voor doel en snelle en juiste keuze bij werkelijke doelkans.
- Bij het combinatiespel wordt perfectie nagestreefd: op de goede voet aanspelen, met de juiste balsnelheid op het juiste moment en niet onnodig lopen met de bal
- De verdediger en middenvelders vermijden foutieve laterale passes.
- De coaching van de centrale spelers primeert.
Basistaken per elftalpositie bij balbezit in 4 - 3 - 3
Positie 1 (doelman)
- Terugspeelbal vragen om spel te verleggen
- Aanval zonder risico inzettend d.m.v. pas, uittrap, doeltrap of uitworp
- Coaching van de achterste linie m.b.t. de opbouw
Positie 2 en 5 (linker en rechter flank verdediger)
- Speelveld zo breed mogelijk maken door zich tegen de zijlijn vrij te lopen
- Op het juiste moment inschuiven langs de flank en als de taak kan overgenomen worden door controlerende middenvelder
- Indien mogelijk iemand van het middenveld (kort) of de aanval (lang aanspelen)
Positie 3 en 4 (linker en rechter centrale verdediger)
- Goed in steun komen van doelman en flankverdediger: ideale pasafstand innemen
- Snel en juist de bal aannemen
- Eerst trachten vooruit te spelen, dan lateraal en dan achteruit
- Verleggen van het spel wanneer een flank vastzit
- Op het juiste spelmoment door het centrum inschuiven en als de dekking verzekerd is
- Coaching van het ganse elftal; linies bij elkaar
Positie 6 en 8 (linker en rechter verdedigende middenvelder)
- Zich aanspeelbaar opstellen in zijn zone voor verdediger en juist ingedraaid staan bij balontvangst
- Aanvallende middenvelder, flankaanvaller en centrumspits op ieder moment steunen
- Op geschikt moment diep gaan langs de flank
- Foutieve laterale passen vermijden
- Eerst trachten vooruit te spelen, dan lateraal en dan achteruit
- Zo snel mogelijk flank- aanvaller, aanvallende middenvelder of diepe spits aanspelen
- Taakovername bij inschuivende flank- of centrale verdediger
Positie 10 (aanvallende middenvelder)
- Steeds aanspeelbaar opgesteld zijn voor alle spelers (vrijlopen naar de bal toe)
- Bal bijhouden tot de linies aangesloten zijn
- Spel verleggen indien de flank vastzit
- Aannemen van de bal in functie van doel: dus draaien indien mogelijk, anders terugkaatsen:
- Aanvallers steunen en eventueel via 1-2 ze voor doel of op de flank vrijspelen
- Goede positie t.h.v. 16 m bij voorzet
- Individuele actie doorheen het centrum
Positie 7 en 11 (linker en rechter flankaanvaller)
- Zo diep mogelijk spelen : proberen vrij te komen in de hoek om de voorzet te trappen
- Zo breed mogelijk opgesteld staan waardoor centrumspits centraal ruimte krijgt
- Via individuele actie naar buiten voorzet trappen of langs binnen naar doel trappen
- Bij voorzet van de andere kant naar 2de paal komen.
- Naar binnen komen om ruimte te maken voor flankverdediger of controlerende middenvelder
Positie 9 (centrumspits)
- Aanspeelbaarheid voor dieptepass als targetman verzekeren door voortdurend te bewegen van links naar rechts zonder echter te ver uit te wijken naar de zijkant toe
- Bal goed afschermen en terugleggen op middenvelder of diep spelen in de hoek voor
Flankaanvaller
- Bij voorzet op juiste moment naar 1ste paal toe bewegen
- Fouten uitlokken rond en in 16 m gebied
De basistaken bij balverlies: Volledige ploeg 11 tg 11
Fase 1: aanpassen aan het offensief van de tegenstander: zo snel mogelijk de juiste verdedigende organisatie innemen en zo snel mogelijk de speelruimte voor de tegenpartij verkleinen.
- Op het ogenblik dat de tegenpartij in het bezit van de bal komt, probeert de ganse ploeg de speelruimte voor de tegenpartij te verkleinen. De linies komen zo snel mogelijk naar elkaar toe richting bal en de onderlinge afstanden binnen dezelfde linie worden zo kort mogelijk gemaakt (= een blok van ongeveer 30m op 30m wordt gevormd.). Goede onderlinge afstanden (10 a 15m) met speler voor en naast u worden nagestreefd om zoveel mogelijk dieptepasses te verhinderen (= afsluiten van de speelhoeken richting doel). De onderlinge afstand tussen 2 spelers verkleint naarmate men dichter bij de speler aan de bal komt.
- De speler het dichtst bij de bal (en tussen bal en doel) valt de balbezitter aan, indien mogelijk voor balontvangst waardoor de tegenstander onder druk moet spelen. Hij zorgt ervoor dat de directe weg naar het doel afgesloten is, zodat de balbezitter slechts ongevaarlijke laterale of achterwaartse passes kan geven. Het duel met de balbezitter wordt vrij agressief aangegaan, maar het belangrijkste is zich niet te laten uitschakelen.
Er wordt slechts getackeld bij 100% zekerheid het duel te winnen om te beletten dat er minderheidssituaties ontstaan.
- De speler het dichtst bij de eerste duellerende medespeler komt zo snel mogelijk in dekking, zodat hij zijn medespeler kan helpen als die uitgeschakeld wordt. De andere spelers binnen dezelfde linie staan minstens op dezelfde hoogte of eventueel hoger als de rechtstreekse tegenstander dit
toelaat.
- Er wordt in de eerste plaats in functie van de bal verdedigd, maar hoe dichter bij eigen doel, hoe strikter de dekking op de dichtst bij zijnde tegenstander.
Alle spelers houden rekening met hun rechtstreekse tegenstander die ze echter niet volgen, d.w.z. de eigen zone verdedigen zonder kruisbewegingen uit te voeren met medespeler in een andere zone.
Fase 2: collectieve balrecuperatie door het toepassen van de principes van
pressing
- Er wordt collectief pressing gespeeld op de balbezitter als de bal zich in het blok of tussen het blok en de zijlijn bevindt of op de zwakste speler buiten het blok of bij een moeilijke pass naar een speler binnen het blok. Het defensief blok prest richting balbezitter met als doel dat de balbezitter geen
speelmogelijkheden meer heeft.
- Bij het pressen richt men zich vooral op het onderscheppen van de pass van de tegenstrever. Vandaar dat de flankspeler de tegenspeler aan de bal dwingt om de aanval binnen in het blok verder te zetten op voorwaarde dat er geen rechtstreeks doelgevaar is. In plaats van de aanval trachten af te breken door de bal buiten te 'tackelen' , dwingt men de tegenstrever in een situatie waar de balrecuperatie in het spel kan gebeuren en onmiddellijk een tegenaanval kan opgezet worden.
- Er wordt niet echt op buitenspel gespeeld door een stap vooruit te zetten. Als de tegenpartij blind de diepte inloopt, zullen er wel veel buitenspelsituaties ontstaan. Maar door te pressen maakt het blok een beweging naar de bal en kunnen de meest naar voren geschoven tegenspelers hierdoor in buitenspel komen te staan.
- Coaching van de keeper en de centrale spelers primeert: wie valt balbezitter
aan, wie geeft dekking, wie neemt over?
Positie 1 (doelman)
- herkennen van moment lange bal tegenpartij
- elkaar coachen
Positie 2 en 5 (linker en rechter flank verdediger)
- afschermen / verdedigen bij gevaarlijke ruimte tussen keeper en laatste linie
- ruimte klein maken en houden (niet te snel inzakken)
- herkennen van moment lange bal tegenpartij
- hoe dichter bij het eigen doel, hoe scherper 2 en 5 moeten dekken
- slim verdedigen, geen overtredingen,
- elkaar coachen
Positie 3 en 4 (linker en rechter centrale verdediger)
- afschermen / verdedigen bij gevaarlijke ruimte tussen keeper en laatste linie
- ruimte klein maken en houden (niet te snel inzakken)
- herkennen van moment lange bal tegenpartij
- hoe dichter bij het eigen doel, hoe scherper 2 en 5 moeten dekken
- slim verdedigen, geen overtredingen, elkaar coachen
Positie 6 en 8 (linker en rechter verdedigende middenvelder)
- linies kort op elkaar:- afstand middenveld / spitsen en afstand middenveld / verdediging
- positie kiezen tussen middenvelders van de tegenpartij en eigen doel
- druk op de bal houden / agressief, maar met verstand
- scherp (juiste moment) en sterk (juiste manier) in de duels
- 2e bal winnen
- naar kant van de bal toe rugdekking geven en ruimte wegnemen ("knijpen").
- slim verdedigen, geen overtredingen
- elkaar coachen
Positie 10 (aanvallende middenvelder)
- linies kort op elkaar: afstand middenveld / spitsen en afstand middenveld / verdediging
- positie kiezen tussen middenvelders van de tegenpartij en eigen doel
- druk op de bal houden / agressief, maar met verstand
- scherp (juiste moment) en sterk (juiste manier) in de duels
- 2e bal winnen
- naar kant van de bal toe rugdekking geven en ruimte wegnemen ("knijpen").
- slim verdedigen, geen overtredingen
- elkaar coachen
Positie 7 en 11 (linker en rechter flankaanvaller)
- Niet laten uitspelen
- Storen van de opbouw van de tegenstander
- Veld klein maken
- Teammaatjes helpen
Positie 9 (centrumspits)
- Niet laten uitspelen
- Storen van de opbouw van de tegenstander
- Dekken van centrale verdediger
- Bal afpakken
- Veld klein maken
- Teammaatjes helpen
Mentale en sociale vorming:
- Toont minder zelfvertrouwen
- Gaat op zoek naar eigen IK
- Zet zich af tegen normale waarden
- Moet meer en meer de intentie tonen om te willen winnen en moet daarvoor bepaalde opofferingen doen
- Beoordelingsvermogen stijgt
- Verantwoordelijkheid voor het teambelang willen dragen
- Specifieke kwaliteiten benutten om het wedstrijdresultaat te beïnvloeden
- ALGEMEEN OVERZICHT LEERPLANDOELSTELLINGEN PER ONTWIKKELINGSFASE
U5-U6
Debutantjes
|
2-2
|
U5 Balgewenning
U6 Oppositiespelen
|
Football as a dribbling and shooting game
|
U7-U8-U9
Duiveltjes)
|
5-5
|
U7 toepassing 2/2
U8
UItbreiding naar kort spel
U9
|
Football as a short passing game without off-side rule
|
U10-U11
(Preminiemen)
U12-U13
(miniemen)
|
8-8
(50 m /35m)
8-8
(60m-46m)
|
U10 toepassing 2/2 en 5/5.
U11 Uitbreidng naar halflang spel
U12
U13 Uitbreidng naar halflang spel
|
Football as a halflong passing game without off-side rule
|
U15
(knapen)
|
11-11
|
U15 Uitbreiding naar lang spel
|
Football as a halflong passing game with off-side rule
|
- INHOUDELIJKE BEPALING VOLGENS HET ONTWIKKELINGSMODEL
11.1 Ontwikkelingsfase 2 tegen 2: U5 en U6
U5-U6
Debutantjes
|
2-2
|
U5 Balgewenning
U6 Oppositiespelen
|
Football as a dribbling and shooting game
|
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING
|
1ste fase:
Kinderen spelen met de bal naast elkaar.
|
2de fase:
Kinderen spelen tegen elkaar(=oppositiespelen)=> 1-1 ( het duel), d.w.z. leiden en dribbelen met het accent op scoren.
|
LICHAAMS-EN BALBEHEERSING
|
1ste fase
Algemene lichaams – en balvaardighede,
Oog-hand en oog-voet coördinatie: werpen, vangen en trappen
|
2de fase
B+: Balgewenning met de voet: leiden, dribbelen en trappen
B-: De bal afnemen+ het scoren beletten
|
FYSIEK
|
- KRACHT: heel weinig ontwikkeld
- LENIGHEID: meestal grote lenigheid
- UITHOUDING: erg oneconomisch lopen, snel moe, maar snelle recuperatie
- SNELHEID: reactiesnelheid in spelvorm
- COORDINATIE: weinig lichaamsbeheersing, lichaams-ruimte-en tijdsbesef
Vaak nog geen voorkeursvoet ontwikkeld
|
MENTAAL-SOCIAAL
|
- Toont grote spontaniteit - Speelt graag en maakt graag plezier
- Is sterk op zichzelf gericht - Is vaak onrustig en vlug afgeleid
- Is gehecht aan de jeugdopleider - Kijkt op naar de jeugdopleider
- Bootst jeugdopleider na - Kan geen langdurige concentratie aanhouden
|
|
|
|
|
|
|
11.2 Ontwikkelingsfase 5 tegen 5: U7, U8 en U9
U7-U8-U9
Duiveltjes)
|
5-5
|
U7 toepassing 2/2
U8
UItbreiding naar kort spel
U9
|
Football as a short passing game without off-side rule
|
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING
|
- Ideale wedstrijdvorm is 5-5( =enkele ruit) met passafstanden tot ongeveer10 meter
|
BASICS
|
B+
- Leiden en dribbelen
- Korte passing
- Controle op lage bal
- Doelpoging tot 10 m
- Doelpoging op lage voorzet
- Vrij en ingedraaid staan
- Vrijlopen: aanspeelbaar zijn door vrije ruimte te zoeken
|
B-
- Druk zetten, duel of remmend wijken
- Opstelling tussen tegenspeler en doel
- Korte dekking op korte pass
- Interceptie of afweren van korte pas
|
TEAMTACTICS
|
TT+
- Openen breed
- Openen diep
- Infiltratie met bal: leiden of dribbelen
- Een doelkans creëren via een individuele actie
- Zo snel mogelijk afwerken bij een werkelijke doelkans
|
TT-
- Positieve pressing op de baldrager
- Het duel nooit verliezen: zich nooit laten uitschakelen
- Het duel proberen te winnen bij 100% zekerheid
- Niet laten uitschakelen door een individuele actie in de waarheidszone
- Doelpoging afblokken
|
FYSIEK
|
- KRACHT: natuurlijke bewegingen, duelvormen tussen homogene groepen
- LENIGHEID: meest gunstige periode
- UITHOUDING: de omvang van de training voldoet
- SNELHEID: reactie – en startsnelheid in spelvorm
- COORDINATIE: lichaamscoördinatie: oog-handcoördinatie
Oog-voetcoördinatie
|
MENTAAL-SOCIAAL
|
- Wordt leergierig - concentratie neemt toe
- Is bereid om deel uit te maken van een team
|
|
|
|
|
|
11.3 Ontwikkelingsfase 8 tegen 8: U10, U11, U12 en U13
U10-U11
(Preminiemen)
U12-U13
(miniemen)
|
8-8
(50 m /35m)
8-8
(60m-46m)
|
U10 toepassing 2/2 en 5/5.
U11 Uitbreidng naar halflang spel
U12
U13 Uitbreidng naar halflang spel
|
Football as a halflong passing game without off-side rule
|
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING
|
- Ideale wedstrijdvorm is 8-8( =dubbele ruit) met passafstanden tot ongeveer 15 meter(U10/U11) en 20 meter ( U12/U13)
|
BASICS
|
B+
- Halflange passing
- Controle op halfhoge bal
- Corner + indirecte vrije trap
- Doelpoging vanop 15 à 20m( half ver)
- Doelpoging op halfhoge voorzet
- Vrijlopen om zelf aanspeelbaar te zijn
- Steunen
|
B-
- Korte dekking op halflange pass
- Speelhoeken afsluiten
- Interceptie of afweren halflange pass
- Corner + indirecte vrije trap
|
TEAMTACTICS
|
TT+
- Ruimte creëren voor zichzelf en het benutten ervan
- Geen ”dom” balverlies waardoor de tegenpartij een doelkans krijgt
- Een lijn overslaan bij passing diep
- Infiltratie op het juiste moment ( bij ruimte)
- Infiltratie zonder bal: give & go
- Infiltratie met bal: geen kans op direct en gevaarlijk balverlies
|
TT-
- Negatieve pressing op de baldrager
- Dekking door dichtste medespeler
- Een meeschuivende doelman( hoge positie)
- De bal recupereren door interceptie
|
FYSIEK
|
- KRACHT: spelen met eigen lichaamsgewicht, duelvormen tussen homogene groepen
- LENIGHEID: neemt af, dus stimuleren
- UITHOUDING: de omvang van de training en andere bewegingselementen
- SNELHEID: reactie – en startsnelheid en versnellen in spelvorm
Looptechnieck verbeteren
- COORDINATIE: lichaamscoördinatie: oog-handcoördinatie
Oog-voetcoördinatie
|
MENTAAL-SOCIAAL
|
- Wilzich meten met anderen - kan in teamverband een doel nastreven
- Is kritisch tegenover eigen prestatie en die van anderen
|
|
|
|
|
|
11.4 Ontwikkelingsfase 11 tegen 11: U15
U15
(knapen)
|
11-11
|
U15 Uitbreiding naar lang spel
|
Football as a halflong passing game with off-side rule
|
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING
|
- Ideale wedstrijdvorm is 11-11 met passafstanden van soms meer dan 30 meter ( bij toepassing van de buitenspelregel ontstaat immers veel ruimte tussen verdediging en doel
|
BASICS
|
B+
- Controle op hoge bal
- Doelpoging vanaf 20 m ( ver)
- Doelpoging op hoge voorzet
- Vrijlopen om een medespeler aanspeelbaar te maken
- Vrijlopen door diep in de vrije ruimte te lopen ( buitenspel omzeilen)
- Directe vrije trap
|
B-
- Korte dekking op lange pass
- Speelhoeken afsluiten
- Interceptie of afweren lange pass
- Directe vrije trap
|
TEAMTACTICS
|
TT+
- Driehoekspel ( juiste onderlinge afstanden)
- Ruimte creëren voor medespeler en het benutten ervan
- Zo snel mogelijk de bal nauwkeurig doorspelen
- Een zo hoog mogelijke balsnelheid ontwikkelen
eindpass in de diepte trappen naar een speler die in de rug van de laatste lijn duikt
- Diepte induiken maar opgelet off-side
- Diep blijven spelen
- Balrecuperatie: 1ste actie is diepte-gericht
|
TT-
- Speelruimte verkleinen: sluiten
- Evenredige onderlinge afstand
- HOOG BLOK: av&mv bevinden zich tussen de middellijn en strafschopgebied van de tegenstander
- Centrale verdediger dichtst bij het duel bepaalt off-sidelijn
- Schuiven en kantelen van het blok
- Een voorzet beletten
- Een eindpass in de diepte beletten: centrum afsluiten
- Onmiddellijk na balverlies druk zetten en dieptepass verhinderen
|
FYSIEK
|
- KRACHT: geen specifieke krachttraining, natuurlijke bewegingen
- LENIGHEID: grote algemene stijfheid
- UITHOUDING: omvang van de training + korte duurinspanningen met bal ( 20s regel)
- SNELHEID: explosief vermogen en maximale snelheid in spelvorm( werk/rust)
Looptechnieck verbeteren
- COORDINATIE: basistechnieken herhalen zeker op het einde van de fase bij begin van de puberteit( groeisprint)
|
MENTAAL-SOCIAAL
|
- Beoordelingsvermogen stijgt - heeft eigen mening
- Geldingsdrang neemt toe
|
|
|
|
|
|
11.4 Ontwikkelingsfase 11 tegen 11: U17
JAARPLAN U17
|
Organisatie
Training 2x per week:
- woensdag 19.00 uur – 20.30 uur op ons B-Complex( Broederspad)
- vrijdag 18.30 uur – 20.00 uur
|
Maand Augustus
- - Herhalingoefeningen
Basics:
B+ : - Lange passing
B- : - Speelhoeken afsluiten
Teamtactics
B+ : Driehoekspel
B- : speelruimte verkleinen: afsluiten
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- voetbaltricks
Maand september
- Herhaling augustus
Basics:
B+: - Controle op hoge bal
B-: - Korte dekking op lange pass
Teamtactics
B+ : Ruimte creëren voor medespeler en benutten
B- : evenredige onderlinge afstand
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- voetbaltricks
|
Maand oktober
- Herhaling september
Basics:
B+: - doelpoging vanop 20m(ver)
B-: - interceptie of afweren lange pass
Teamtactics
B+ : zo snel mogelijk de bal nauwkeurig doorspelen
B- : medium blok
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- voetbaltricks
Maand november
- Herhaling oktober
Basics:
B+: - doelpoging op hoge voorzet
B-: - onderlinge dekking
Teamtactics
B+ : een zo hoog mogelijke balsnelheid ontwikkelen
B- : centrale verdediger het dichtst bij het duel bepaald off-sidelijn
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- voetbaltricks
Maand december
- Globale herhaling maanden:
- Augustus
- September
- Oktober
- november
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- voetbaltricks
|
Maand januari
- Herhalingsoefeningen
Basics:
B+: - vrijlopen om een medespeler aanspeelbaar te maken
B-: - directe vrije trap
Teamtactics
B+ : subtiele eindpass in de diepte trappen
B- : GEEN kruisbeweging met naburige speler maken
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- voetbaltricks
Maand februari
- Herhaling januari
Basics:
B+: - directe vrije trap
B-: - speelhoeken afsluiten
Teamtactics
B+ : diepte gecontroleerd induiken
B- : het schuiven en kantelen van het blok
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- voetbaltricks
Maand maart
- Herhaling februari
Basics:
B+: - vrijlopen door diep in de ruimte te lopen
B-: - korte dekking op lange pas
Teamtactics
B+ : balrecuperatie 1ste actie is diep-gericht
B- : een voorzet beletten
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- Voetbaltricks
|
Maand april
- Herhaling maart
Basics:
B+: - Lange passing
B-: - interceptie of afweren van lange pas
Teamtactics
B+ : diep blijven spelen
B- : een eindpass in de diepte beletten: centrum afsluiten
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- voetbaltricks
Maand mei
- Herhaling april
Basics:
B+: - controle op hoge bal
B-: - onderlinge dekking
Teamtactics
B+ : driehoekspel met juiste onderlinge afstanden
B- : onmiddellijk na balverlies druk zetten en diepte pass verhinderen
Hoe:
- Loop – en coördinatietraining
- Ideale wegstrijdvormen voor de gestelde problemen
- Reactie- en startsnelheid in spelvorm
- Techniektraining
- Basistechnieken herhalen
- voetbaltricks
|
- OPLEIDINGSPLAN VOOR JEUGDKEEPERS
Het opleidingsplan voor jeugdkeepers is een lange termijnplanning en een richtlijn waarbinnen de jeugdkeeperstrainers kunnen werken om tot een uniforme opleiding te komen.
Wat is nu de beste leeftijd om met keeperstraining te beginnen?
De geschiktste leeftijd om met een specifieke keeperstraining te beginnen is rond het tiende levensjaar. Eerder alleen in hele speciale gevallen. Kinderen gaan steeds eerder voetballen; dan vertonen kinderen een enorme bewegelijkheid. Zou een jongen of meisje zo vroeg al alleen maar keepen, dan beperk je juist enorm deze bewegelijkheid. Het verdient de aanbeveling om zeker tussen 8 en 10 jaar niet voor een vaste, maar voor een roulerende doelverdediger te kiezen. Zo komt
iedereen ook een keer in het doel te staan.
Dit heeft de volgende voordelen:
- ledereen krijgt op deze wijze enige ervaring met het keepen. Daarmee wordt ook voorkomen dat een potentieel talent onopgemerkt blijft. Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand op latere leeftijd bij toeval doelman wordt?
- De tijd dat een doelman alleen maar een bal op de doellijn moest tegenhouden is al lang voorbij. Er wordt nu veel meer van hem verwacht.
De keeper moet kunnen 'meevoetballen' en moet dus ook vrijwel alle voetbalvaardigheden (passen, trappen, koppen, tackle, sliding enz. beheersen). Zijn werkgebied strekt zich tot soms ver buiten de 16 meter uit.
Omdat bekend is dat kinderen tussen 8 en 12 jaar gemakkelijk nieuwe bewegingen aanleren, is het belangrijk om hun juist dan zoveel mogelijk aan te reiken. Van 8 tot 10 zijn dat de specifieke voetbalvaardigheden en van 10 tot 12 jaar de basistechnieken van het doel verdedigen.
- De andere kant van de medaille. Mocht namelijk blijken, dat een keeper rond zijn veertiende genoeg van het keepen krijgt, dan kan hij zonder problemen een positie in het veld als voetballer innemen. Heeft dit kind tussen zijn 6e en 14e alleen maar gekeept, dan beheerst hij de specifieke
voetbalvaardigheden veel minder, omdat hij in zijn technische ontwikkeling als speler een grote achterstand heeft opgelopen. Een kind dat op 8 jarige leeftijd absoluut wil keepen, kan natuurlijk weinig in de weg worden gelegd. Maar tijdens de keeperstraining moet er dan ook aandacht zijn voor de basistechnieken van het voetbalspel. Ze komen de keeper altijd van pas!
Laat de keeper indien mogelijk altijd met zijn eigen team meetrainen.
Tot slot:
Tien jaar is dus een prima leeftijd om gerichter te gaan werken. Tot die tijd heeft hij een speelse en toch gevarieerde opleiding als keeper/voetballer achter de rug.
Het kind kan dan voor zichzelf ook een veel betere keuze maken, omdat al vier jaar (6-10) ervaring is opgedaan als speler doelman.
- GEDRAGSCODE
Algemeen gedrag
We verwachten van iedereen een correct gedrag tegenover medespelers, trainers, bedeleiders, tegenstanders, scheidsrechters en publiek.
We tolereren geen:
- Ongepast, grof of kwetsend taalgebruik
- Pesterijen
- Racisme
Voetbal is een ploegsport waarbij we allemaal op elkaar aangewezen zijn. We maken allen wel eens een foutje. Missen is menselijk en dus hebben we daarvoor begrip:
- We respecteren altijd beslissingen van de scheidsrechter en gaan niet in discussie
- We geven geen kritiek op medespelers. Op het veld coachen we elkaar of moedigen we elkaar aan. We breken elkaar niet af!
- Op tijd en stond een beetje zelfkritiek of nadenken over ons eigen handelen kan geen kwaad.
Overtredingen t.o.v.de gedragscode zullen gesanctioneerd worden door de trainer, in samenspraak met de jeugdcoördinators en het (jeugd)bestuur.
Mogelijke sancties zijn:
- Extra-sportieve inspanningen
- Verwijdering uit de trainersgroep
- Verwijdering uit de selectie (schorsing wedstrijden)
- Jeugdwedstrijd of tornooi in onderbouw fluiten (bij schorsing voor rode kaart).